'Waarom ga jij een blog bijhouden?'

Een blog over mijn avonturen deze vakantie. De een zegt leuk, de ander vraagt waarom en weer een ander vraagt of ik dat echt leuk vind om te doen. Ja, dat vind ik leuk om te doen. Maar wat is nou precies mijn doel? Dat zal ik jullie uitleggen.

Wanneer ik aan leeftijdsgenoten vertel dat ik op fietsvakantie ga, is een standaard reactie ‘Ah, maar dat is zo saai’ of ‘Nou ik heb wel wat beters te doen in mijn vakantie’. Er tegenin gaan heeft meestal geen zin , want ik weet dat de meesten geen flauw idee hebben wat ik nou eigenlijk ga doen. Ja fietsen, maar dat is saai volgens hen. Nu heeft iedereen natuurlijk een eigen idee van vakantie en hoeft echt niet iedereen fietsvakanties leuk te vinden, maar gelijk een conclusie trekken slaat ook nergens op. Ook vind ik dat er mensen zijn die, zoals gewoonlijk, ‘de’ standaard reactie geven, en waarbij ik denk, volgens mij zou jij het hartstikke leuk vinden. Het is niet alleen fietsen, het is veel meer. Dit is dan ook precies mijn doel, jongeren enthousiast maken en te laten zien hoe leuk een fietsvakantie is. Dit ga ik proberen in samenwerking met de enthousiaste organisatie voor wandelen, hardlopen en fietsen, Le Champion.

Nu moet ik bekennen dat ik mijn eerste paar jaar op de fiets ook niet geweldig vond en altijd verlangde naar het moment dat ik ’s avonds in mijn bed kon liggen. Echter toen ik 9, bijna 10, was, ging ik naar Oostenrijk en Duitsland. We gingen de Inn-/Donauradweg fietsen. Dit was de eerste vakantie waar ik het echt leuk vond om op de fiets te zitten. Hiermee laat ik zien dat het ook pas later kan komen, dat je fietsen leuk gaat vinden. Na deze vakantie zijn we veel gaan fietsen in de Alpen en hebben we nu bijna alle tochten daar gefietst. Op één belangrijke tocht na, de tocht naar Rome. Na wat overleg, wat we dit jaar zouden gaan doen, besloten we naar Rome te gaan fietsen. Één van de tochten die elke fietser gedaan moet hebben.

Deze reis ga ik dus een blog bijhouden, zodat de standaard reacties zoals ‘Ah, maar dat is zo saai’ en ‘Nou ik heb wel wat beters in mijn vakantie te doen’ niet meer zo snel worden gegeven.